Ze durfde niet meer verder te lopen als ze een mier zag of een ander kevertje. Ook op straat in het dorp was er altijd wel een insect in de buurt en dan durfde ze er ook niet ruim omheen of overheen te stappen.

Tijd voor verandering. UItleggen dat het niet eng was, dat werkte niet:
'Wowa tinte wel eng!' = Fiona vindt het wel eng!

Dus ging ik regelmatig met haar de tuin in en dan vonden we vanzelf wel een beestje. We hebben hier wat wij de italiaanse lieveheersbeestjes noemen: rode torretjes met zwarte vlekken bovenop. Ze zitten altijd op droge grond en kunnen niet vliegen. Met deze zijn we begonnen. Elke dag ging ik even kijken wat ze aan het doen waren: lopen, onder de steen, op een takje, iets dragen, eentje op zijn rug gevallen, bovenop de bloem, enz. Eerst wilde Fiona niet eens kijken. Ze stond dan achter mij en keek expres de andere kant op om maar niets te hoeven zien van die engerds.
Maar ze werd toch wel nieuwsgierig naar wat die beestjes allemaal deden. Langzaam wilde ze dan wel op schoot om even mee te kijken. En ging ze ook aanwijzen en vertellen wat de kevers deden.
Toen kwam er met pasen een jongetje in het hotel logeren en met hem hebben we een aantal keer buiten gespeeld. Nou liet Fiona hem de beestjes zien en was ze niet meer bang.

Hetzelfde hebben we gedaan met mieren en wat kevertjes her en der in de tuin.
Nu zakt ze regelmatig door haar knieen om even goed te kijken naar een beestje en roept ze mij er ook enthousiast bij.