We hebben veel liedjes geleerd en die zingen we ook thuis. Het liedje dat je het ronde kussentje als stuur gebruikt en door de zaal rent, wil ze nooit meedoen in de les. Thuis doet ze dat wel, met haar bord ofzo. Rent ze door het huis en dan is haar bord het stuur.
Achteraf gezien kunnen we goed concluderen dat Fiona eerst alles wil zien en bekijken, voordat ze zelf mee doet.
De eerste les was ze heel verlegen en durfde bijna niet mee te doen. Nu doet ze bijna alles mee en is enkel met de eerste bewegingsliedjes nog verlegen. Maar als ik haar een beetje help, gaat ze wel meedoen.
Toen we begonnen, kon ze niet zelf van een bank afspringen, nu gaat dat moeiteloos.
De bank die half opgehangen aan de ringen hing, daar moest ik haar de eerste lessen flink mee helpen: ze liep met twee handen en durfde niet zo goed, en ze durfde zeker niet eraf te springen. Nu loopt ze die helemaal zelf op, zonder hand van mij. Eraf springen doet ze met een hand van mij.
Ze heeft vandaag bedacht dat ze ook op haar billen erover kan schuiven. Dat vond ze heel erg leuk om te doen en ze deed het meteen vijf keer achter elkaar.
Het klimrek: klimmen kon ze goed toen we begonnen. Maar je ziet wel dat ze zich nu veel zekerder voelt en veel meer kan en durft. Ze kan nu ook opzij bewegen in het klimrek. En op de tweede tree erdoorheen klimmen en aan de andere kant op de mat springen.
Hier loopt ze een bank op en klimt dan verder het rek in:
Ze durft ook het klimrek in te klimmen, op trede drie op de bank over te stappen en dan over de hoge bank naar de hoge kast te lopen. Dit doet ze zonder hand van mij!
Op de hoge kast klimt ze erg netjes. De kast bestaat uit allemaal dunne laagjes met gaatjes voor voeten. Keurig klimt ze laagje voor laagje omhoog met haar voeten in de gaatje. Aan de andere kant gaat ze op haar buik eraf en landt dan op de dikke mat.
De trampoline: daar wilde ze nooit op omdat de juf er altijd naast stond om te helpen. Na een paar lessen wilde ze er wel op maar dan met twee handen van mij. Nu klimt ze er zelf op, roept mij en gaat springen.
Ik sta er dan voor ze veiligheid naast. Of ze vraagt twee handen van mij en dan kan ze veel hoger springen. Ze kan nu ook een stuk beter springen.