Luca: wat doe jij?
Ik: ik kijk tv.
Luca: wat kijk je dan?
Ik: oh, iets met mensen en een baby.
Luca: is er ook een graafmachine?
Ik: nee dat niet.
Luca: oh, waarom niet?
Ik: ja, weet ik niet.
Luca: een graafmachine is leuk hoor.