Hij kan:

- in zijn handjes klappen
- zijn tong uit steken als je zelf ook je tong uit steekt
- dag zwaaien
- wijzen met zijn wijsvinger
- nee schudden met zijn hoofd (maar dan moet je het wel voordoen)

Verder kan hij: staan, kruipen, langs een rand lopen, met de loopkar lopen, zelf uit de fles/ tuitbeker drinken, met duim en wijsvinger iets kleins oppakken, een toren omgooien, en natuurlijk lekker spelen en slapen.

Image

Image

Image