Nu ze beter kan praten, merken we ook wat haar bezighoudt de hele dag:
1. De poezen: waar zijn ze en wat doen ze (slapen/ eten/ poepen/ spelen) doen ze iets wat niet mag. Ze speelt heel leuk met ze met een touwtje. Net als ons waarschuwt ze de poezen dat ze niet op tafel mogen en niet in de keukenkastjes.
2. wie is waar: op elk moment van de dag kan ze hier wel over beginnen. Om de beurt noemt ze op waar Fiona is, en zo ook voor mama, papa, de poezen, de honden, opa, inigo, cas, iris, nino, elias, en wie nog meer te binnen schiet.
"wowa thuis, wowa tesj nee. Mama thuis. Papa tet, moe" = Fiona is thuis, Fiona is niet op de creche. Mama is thuis. Papa is in bed, moe.
3. pijn en auw: Na het vallen of stoten worden de zere plekken goed bekeken en afgezoend, vaak door haarzelf en als het erg pijn doet moeten wij ook een kusje op de pijn geven.
Dat andere mensen pijn hebben is erg interessant. Laatst was Nino van de creche op zijn voorhoofd gevallen en dat was erg dik en blauw. Het hele weekend heeft ze het erover gehad. Zomaar tijdens het spelen: "mama, nino auwwww, hoof".
4. Poepen en plassen: Ze kon al een tijdje zeggen dat ze had gepoept, dan kwam ze naar je toe op haar billen kloppend en zei: tuut.
Nu komt ze het vertellen: mama, wowa poe't. En dan loopt ze naar de commode voor een schone luier. Ze wil altijd haar poep bekijken en is er best trots op.
Als ik wel eens vraag of ze heeft gepoept, is het antwoord: "ja poe't" of "nee, plas". Vaak krijg ik nu de vraag terug: "mama poe't? mama plas?".
Wanneer wij naar de wc gaan, komt ze regelmatig mee om even te kijken wat we doen.
5. de lampjes: we hebben een paar zaklampen en daar speelt ze heel graag mee. Dat mag bijna nooit dus als we s avonds naar buiten gaan en dus de zaklamp gebruiken, vindt ze dat geweldig. Aanvankelijk scheen ze altijd in haar eigen gezicht. Nu schijnt ze op de grond en dingen om haar heen en bekijkt zo haar omgeving.
Drie weken terug heb ik een snoer kerstlampjes met een tijdschakelaar in haar kamertje opgehangen. Om 7:00 uur gaan de lampjes aan en vanaf die tijd mag ze uit bed. Wordt ze eerder wakker, dan zijn de lampjes uit en is ze nog moe, dan moet ze verder slapen (we komen wel altijd even langs). Deze lampjes geven heel veel gespreksstof. Lang na het opstaan komt ze nog vertellen dat de lampjes aan zijn en ze dus uit bed mag. Na 9:00 uur gaan ze uit want dan is het toch licht buiten, en dat is ook weer interessant. In de ochtend roept ze ons zo:
"mam aan, wowa uit tet!" = De lamp is aan, Fiona mag uit bed! Ze roept dit ook wel als de lampjes nog uit zijn, hopend dat wij ook denken dat de lampjes aan zijn en ze uit bed mag. In de ochtend gaat ze ook altijd even alle lampen na: "dees mam, uit. die, aan!" = deze lamp is uit, en die is aan!

Ze probeert nu ook woorden van 3 lettergrepen te zeggen:
poppenhuis: poppehuis
inigo: ini-oog
De klank die ze sinds anderhalve week kent is /pl/. We horen nu heel vaak: hopla!
En ze zegt tegen de honden: Tika, plaats! Bo, plaats!

De ontkenning met /niet/ gebruikt Fiona niet. Ze zegt simpelweg "nee" achter het deel wat ze ontkennend wil zeggen.
"Wowa moe nee" = fiona is niet moe
"papa thuis nee" = papa is niet thuis