Waar ze voorheen zei: wowa, hamme tout. Zegt ze nu: wowa touwe hamme (Fiona heeft koude handen).
En zo ook:
non paars => paarse nanon (paarse ballon)
towe tooteg => tooteg towe (grote toren (van duplo))

Haar taalbegrip wordt steeds groter en gedifferentieerder!
  • Hoed wordt nu onderverdeeld in hoed, pet en muts.
  • kleuren die ze kent: rood, blauw, geel, groen, paars, zwart, wit, roze, bruin

Een week of drie geleden heeft ze voor het eerst het woord /niet/ gebruikt. Voorheen zette ze altijd het woord nee in de buurt als haar zin ontkennend was: poes eten, nee! wowa appe, nee!
Nu zei ze plots heel duidelijk: mama niet buiten!

Wat ze nu erg leuk vindt, zijn woordverbindingen: badjas, papfles, handdoek, regenjas, babypop, kaasdoos, soeppan. Dit soort woorden kan ze schijnbaar eindeloos hardop herhalen. Het steeds maar weer zeggen en horen vindt ze heerlijk.

De letters die Fiona kan zeggen zijn beperkt. De harde medeklinkers worden vaak uitgesproken als een /t/, de zachte medeklinkers als een /l/ of een /m/. Sommige letters kan ze soms wel en soms niet zeggen.
Beer = beer
boot = boot
brood = toot

Ik oefen wel eens een moeilijk woord met haar: b-b-b-binnen. En dan zegt Fiona: b-b-b- ninne.
Of vvvvvv-vis. En dan zegt Fiona vvvv -tis
Of ssss-onja. En dan zegt Fiona ssss-tonna
Fiona praat dus nog niet zo duidelijk voor vreemden. Wij konden haar altijd heel goed verstaan, ook omdat we meestal al vrij goed wisten wat ze ging zeggen, het waren meestal erg voor de hand liggende dingen zoals waar ze mee bezig was of wat ze zag. Nu ze heel veel praat en ook verhalen vertelt en over iets kan beginnen te praten, en veel letters niet goed uitspreekt, kunnen we haar minder goed verstaan. Dan komt ze plots naar me toe en vraagt iets, maar dan heb ik geen idee wat ik moetdoen. Dat is erg frustrerend voor haar.